Bij financiële problemen kan ontslag via het UWV worden aangevraagd. Een werkgever moet de noodzaak aantonen en eerst andere maatregelen geprobeerd hebben en een werknemer mag verweer voeren. Bij toestemming kan werkgever opzeggen met inachtneming van de opzegtermijn. Een onderlinge regeling door een vaststellingsovereenkomst is ook mogelijk.
Ontslag kan volgen als er sprake is van een slechte financiële situatie. Dat ontslag loopt via het UWV Werkbedrijf. Het is aan de werkgever om deze slechte financiële situatie aan te tonen en duidelijk te maken voor welke functies (werknemers) er ontslagen dienen te volgen. Een werknemer krijgt de kans om zich te verweren tegen dit ontslag.
Wanneer is er sprake van een slechte financiële situatie?
Een slechte of een slechter wordende financiële situatie doet zich voor als de werkgever met verwijzing naar de financiële stukken kan aantonen dat de financiële situatie slechter is geworden of gaat worden en dat er dient te worden ingegrepen. Het is niet vereist dat de werkgever reeds in financiële problemen is gekomen, dus dat hoeft niet te worden afgewacht. De werkgever mag daar dus op anticiperen en zal aannemelijk moeten maken dat de te nemen maatregelen leiden tot het structureel vervallen van arbeidsplaatsen (althans in ieder geval voor de komende periode van 26 weken) en dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering. Het UWV toetst dat marginaal, wat betekent dat de werkgever binnen redelijke grenzen zelf mag bepalen hoe hij zijn bedrijf inricht en hoeveel werknemers hij denkt nodig te hebben voor de werkzaamheden.
Wat moet de werkgever aantonen bij het UWV?
De werkgever zal de oorzaak voor deze slechte financiële situatie moeten beschrijven en uitleggen waarom de voorgestelde ontslagen noodzakelijk zijn. Dat moet wel een latere maatregel zijn, omdat het UWV verlangt dat de werkgever eerst al andere kostenbesparende maatregelen heeft genomen, zoals besparingen op huisvesting als dat mogelijk is. De werkgever zal aangeven met welk bedrag hij de personeelskosten minimaal wil verlagen en welke maatregelen nodig zijn om weer financieel gezond te geraken. Uitgelegd dient te worden hoeveel arbeidsplaatsen er gaan vervallen en waarom de werkgever denkt dat dit aantal nodig is. Tenslotte zal toegelicht moeten worden welke functies specifiek vervallen dan wel wie er binnen een bepaalde functie voor ontslag wordt voorgedragen en hoe de werkzaamheden die overblijven worden verdeeld.
Hoe verloopt de procedure bij het UWV?
De ontslagaanvraag verloopt via het werkgeversportaal (online) bij het UWV. De werkgever dient de benodigde formulieren in, beginnende met formulier A van ‘Ontslagvergunning aanvragen om bedrijfseconomische redenen’. Het gaat in dit formulier om informatie over de werkgever zelf. Daarbij voegt hij een lijst toe met de namen en gegevens van de werknemers voor wie de werkgever ontslag wil aanvragen.
Bij de indiening van dit formulier A wordt aan de werkgever gevraagd of hij ook tijd wenst om er met de werknemer(s) onderling uit te komen, dus door het ontslag onderling te regelen in plaats van de UWV-procedure. Lukt dat, dan kan de UWV-procedure verder achterwege blijven. Lukt dit niet of wensen partijen dit niet, dan wordt de procedure voorgezet door indiening van de formulieren B en C. In formulier B wordt informatie over de werknemer gevraagd, zoals arbeidsovereenkomst en functieomschrijving. Bij formulier C gaat het om de onderbouwing, wat in de vorige alinea staat beschreven. Bij formulier C dienen documenten als de jaarrekeningen, resultatenrekeningen en liquiditeitsbegrotingen toegevoegd te worden.
Het UWV beoordeelt of de aanvraag compleet is en geeft de werkgever de kans de stukken aan te vullen als zij dat nodig acht. Is de aanvraag compleet, dan krijgt de werknemer bericht en wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld om verweer te voeren. De termijnen bij het UWV om te reageren zijn vrij kort, dus de werknemer heeft twee weken de tijd om het verweer in te dienen. Daarna bepaalt het UWV of zij de ontslagaanvraag gaat beoordelen, of dat zij nog een schriftelijke ronde ingelast waarbij de werkgever en werknemer allebei nog een keer schriftelijk mogen reageren, waarna de beslissing van het UWV volgt. De procedure duurt meestal zo’n vier weken, maar kan langer duren als de informatie niet compleet is of als er twee schriftelijke ronden hebben plaatsgevonden.
Opzegging
De beslissing van het UWV over het ontslag is het antwoord op de vraag of zij wel of geen toestemming geeft om de arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen. Als het UWV geen toestemming geeft, dan kan de werkgever dus niet opzeggen en blijft de arbeidsovereenkomst bestaan. Geeft het UWV wel toestemming, dan mag de werkgever opzeggen. Dat dient de werkgever wel binnen vier weken te doen en de werkgever dient de opzegtermijn in acht te nemen. Op de opzegtermijn mag de proceduretijd worden afgetrokken als er maar minimaal een maand opzegtermijn overblijft, als ook wordt er tegen het einde van de maand opgezegd.
Is er sprake van een vergoeding voor de werknemer?
Het gaat in deze situatie om een einde wegens bedrijfseconomische redenen. Dat is geen verwijtbaar ontslag, zodat de werknemer recht heeft op de transitievergoeding. Het kan zijn dat er een sociaal plan bestaat en dat daarin andere voorzieningen worden getroffen voor de ontslagen werknemers.
Als een werkgever graag met wederzijds goedvinden een regeling over het einde van het contract wenst, kan de werkgever ervoor kiezen om meer te bieden dan de transitievergoeding om daarmee de UWV-procedure te vermijden.
Onderling oplossen
Het is mogelijk dat werkgever en werknemer het einde van de arbeidsovereenkomst onderling regelen en de UWV-procedure niet doorlopen wordt. Dat kan door samen een vaststellingsovereenkomst overeen te komen, zodat een WW-uitkering veiliggesteld wordt.
Gratis advies van een specialist
Binnen 24 uur krijgt u helderheid over het probleem en de oplossingen.