Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt op de einddatum die is aangegeven in het contract. Een tijdelijk contract eindigt derhalve van rechtswege, dus automatisch, zonder dat daarvoor een handeling is vereist. Er moet wel worden aangezegd (3.1.2.). Een werknemer kan de tijdelijke overeenkomst eerder beëindigen dan de einddatum door op te zeggen met inachtneming van de opzegtermijn, mits deze mogelijk de werknemer is geboden in het contract (3.3.5.). Als de werkgever het tijdelijke contract eerder wil laten eindigen dan de einddatum, zal de werkgever daarover overeenstemming met werknemer moeten bereiken (einde wederzijds goedvinden 3.2.) of werkgever zal de stap moeten zetten naar de kantonrechter (3.5.) of naar het UWV (3.4.).
Bij een contract voor onbepaalde tijd geldt dat een werknemer altijd kan opzeggen met in achtneming van de opzegtermijn (3.3.5.). De werkgever zal hierover overeenstemming moeten bereiken met werknemer, bijvoorbeeld middels een vaststellingsovereenkomst (3.2.). Voor een einde wegens bedrijfseconomische of -organisatorische redenen of langdurige ziekte vraagt de werkgever toestemming van het UWV om op te zeggen (3.4.). Een einde wegens persoonlijke gronden, zoals disfunctioneren of (ernstig) verwijtbaar handelen gaat via een ontbinding bij de kantonrechter (3.5.).