De transitievergoeding is de wettelijke vergoeding die medewerkers ontvangen als zij ontslagen worden. De hoogte daarvan is simpel uitgedrukt: een maandsalaris per drie dienstjaren. Iemand die bijvoorbeeld 6.5 jaar in dienst is krijgt iets meer dan twee maandsalarissen mee. In dat gemiddelde maandsalaris worden ook bijzondere betalingen zoals vakantiegeld, overwerk en bonussen meegerekend.
De transitievergoeding is ook verschuldigd bij het einde van een tijdelijk dienstverband dat de werkgever niet voortzet.
De vergoeding wordt niet betaald als een werknemer zelf ontslag neemt, met pensioen gaat of als de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, bijvoorbeeld bij een ontslag op staande voet. Bij faillissement en in geval van een bijbaantje van jongeren (minder dan 18 jaar en minder dan 12 uur) is de transitievergoeding ook niet verschuldigd.
In de vaststellingsovereenkomst is het niet verplicht om de transitievergoeding overeen te komen, wat betekent dat als een werkgever en werknemer een vergoeding afspreken, veelal een andere beëindigingsvergoeding overeengekomen wordt.