Wanneer is werkvermindering structureel?

Voor bedrijfseconomisch ontslag moet werkvermindering structureel zijn. Tijdelijke dalingen tellen niet mee. UWV eist dat werkgevers eerst andere oplossingen overwegen, zoals flexibele werktijden of een jaarurenmodel. Pas als leegloop structureel en kostbaar is, kan ontslag als laatste redmiddel worden goedgekeurd.

 

 

Voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen moet het gaan om een structurele situatie en dus niet om een situatie die binnen zes maanden voorbij zal gaan. Niet is vereist dat de werkgever al in de (financiële) problemen is gekomen nu tijdig maatregelen verwacht mogen worden. Niet meegewogen wordt of de rest van het concern buiten de aanvrager (wel) winstgevend is. De werkgever dient wel eerst te kijken naar andere oplossingen: inspanningen om extra werk binnen te halen en bezuinigingen.

Bij de tijdelijke en structurele aard van de functie wordt er geen vergelijking gemaakt met werk dat binnen 26 weken eindigt, zoals pieken in de productie. Indien anders deze functies van tijdelijk aard worden meegenomen, zou dat kunnen betekenen dat vast personeel dat gaat doen om vervolgens later tegen de situatie aan te lopen dat dit werk binnen 26 weken eindigt.

Wat zegt het UWV over structurele werkvermindering?

Zoals in de toelichting bij Ontslagregeling is aangegeven, moet de werkgever bij fluctuaties in het werkaanbod (leegloopuren) eerst nagaan of ontslag kan worden voorkomen door een andere inrichting van de organisatie. De werkgever moet dan aannemelijk maken dat het werkaanbod en daarmee de behoefte aan personeel structureel fluctueert en zodanig zal blijven fluctueren (dat wil zeggen, ten minste gedurende een periode van een half jaar) dat om redenen van een doelmatige bedrijfsvoering (voorkomen substantiële kosten van leegloop) het niet verantwoord is het bestand van werknemers op hetzelfde niveau te houden. Het moet dus gaan om een structurele situatie en niet om een tijdelijke vermindering van het werkaanbod en er moeten geen andere mogelijkheden zijn om de fluctuaties in het werkaanbod/de leegloopuren op te vangen. Bijvoorbeeld door meer variabele werktijden, waarbij ook kan worden gedacht aan een jaarurenmodel, waardoor werknemers meer uren werken tijdens pieken en zij dit compenseren bij weinig/minder werk. Als die mogelijkheden er wel zijn, zal er ook geen sprake zijn van substantiële kosten van leegloop.

 

Heb je een vraag of een probleem?

Het helpt om even van gedachten te wisselen! 

Door van gedachten te wisselen krijg je meer inzicht en gevoel voor het probleem. Je begrijpt ook beter wat er mogelijk is.

Je belt ons, we bespreken de situatie en je krijgt advies.
Daar laten we het eerst bij!

Als het verder nodig is dan kun je op ons rekenen. We kunnen je verder ondersteunen, voor je bemiddelen of voor je procederen. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Eerst even vrijblijvend en dus kosteloos contact. 

Wij zijn de mensen van arbeidsrechter.nl
arbeidsrechtkantoor
AN-i

Heb je een vraag
of een probleem? 

Het helpt om even van gedachten te wisselen

Door van gedachten te wisselen krijg je meer inzicht en gevoel voor het probleem. Je begrijpt ook beter wat er mogelijk is.

Je belt ons, we bespreken de situatie en je krijgt advies.
Daar laten we het eerst bij!

Als het verder nodig is dan kun je op ons rekenen. We kunnen je verder ondersteunen, voor je bemiddelen of voor je procederen. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Eerst even vrijblijvend en dus kosteloos contact.  

Wij zijn de mensen van arbeidsrechter.nl
arbeidsrechtkantoor
AN-i

Meer informatie over ontslag via het UWV:

Nadere informatie over opzegging

3.4. Opzeggen arbeidsovereenkomst met een vergunning van UWV-werkbedrijf

3.4.1. Opzeggingsverboden

3.4.1.A. Opzegverbod: de medewerker is ziek

3.4.1.B. Opzegverbod: zwangere medewerkster

3.4.1.C. Opzegverbod: (buitenlandse) militaire dienst

3.4.1.D. Opzegverbod: betrokkenheid bij de medezeggenschap

3.4.1.E. Opzegverbod: discriminatie

3.4.2. Berekenen van de opzegtermijn

3.4.2.A. Opzegtermijn werkgever berekenen

3.4.3. Krijgen ontslagvergunning van het UWV-werkbedrijf

3.4.3.A. Ontslag om bedrijfseconomische gronden en langdurige ziekte

3.4.3.B. Ontslagvergunning UWV voor zover vereist

3.4.4. Opkomen tegen ontslag (na UWV-procedure)

3.4.4.A. Opkomen tegen ontslag zonder toestemming UWV

3.4.4.B. Opkomen tegen ontslag met toestemming UWV

3.4.4.C. Ontslag in strijd met opzegverboden

3.4.4.D. Onregelmatige opzegging

3.4.5. Collectief ontslag groep medewerkers

3.4.5.1. Melding collectief ontslag en overleg

3.4.5.2. Melding collectief ontslag aan betrokken UWV-werkbedrijf

3.4.5.3. Behandeling ontslagverzoek bij collectief ontslag

Vraag en antwoord voor bij de UWV-aanvraag: