Dit hoofdstuk bespreekt arbeidsongeschiktheid, waaronder ziekmelding, herstel, langdurige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en situaties waarin de werkgever twijfelt aan ziekte. Ook wordt ingegaan op het beëindigen van het arbeidscontract bij langdurige arbeidsongeschiktheid of frequent verzuim door ziekte of gebreken.
Een medewerker is arbeidsongeschikt als hij door een lichamelijk of geestelijk gebrek zijn arbeid niet meer kan verrichten. Dit brengt een aantal vraagstukken met zich mee, die in dit hoofdstuk worden behandeld aan de hand van de volgende onderwerpen.
Wanneer is iemand ziek, (situationeel) arbeidsongeschikt, structureel functioneel beperkt? (2.2.1.)
Hoe moeten de medewerker en de werkgever handelen, indien:
een medewerker arbeidsongeschikt / ziek wordt? (2.2.2.)
een medewerker niet meer arbeidsongeschikt / ziek is? (2.2.3.)
een medewerker gedeeltelijk arbeidsongeschikt blijft? (2.2.4.)
een medewerker langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is? (2.2.5.)
Behandeling van de situatie waarbij de werkgever vermoedt of weet dat de werknemer feitelijk niet arbeidsongeschikt is (2.2.6.)
Einde van het arbeidscontract met een arbeidsongeschikte medewerker of een medewerker die zeer vaak verzuimt door ziekte of gebreken (2.2.7.)
2.2.2.3. Doorbetalen van loon en het doen van inhoudingen
A. Wanneer en hoelang moet er loon doorbetaald worden?
B. Welk loon moet er doorbetaald worden?
C. Doorbetalen loon aan medewerker terwijl uitvoeringsinstelling of verzekeringsmaatschappij een uitkering (voor de medewerker) aan de werkgever uitbetaalt
D. De medewerker ontvangt een uitkering rechtstreeks van de uitvoeringsinstelling
E. Wat voor arbeidskostenforfait moet de werkgever toepassen bij de berekening van de door hem verschuldigde inhoudingen?
2.2.2.4. Ziekteverzuimbeleid en het treffen van maatregelen
2.2.3. Hoe handelen partijen, als een medewerker niet meer ziek is
2.2.4.Hoe handelen partijen, als een medewerker gedeeltelijk arbeidsongeschikt is
2.2.4.1. Subsidie, voorzieningen, proefplaatsing, premie-korting etc.
2.2.4.2. Hoogte van het loon / loondispensatie / loonsuppletie
2.2.4.3. Afhandelen van het ingaan op het aanbod en fiscale behandeling
2.2.4.4. Wanneer het overleg tussen de medewerker en de werkgever tot onenigheid leidt over de re-integratie
2.2.4.5. Heeft de gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerker recht op (andere) arbeid?