Opzegverbod: betrokkenheid bij de medezeggenschap

Medewerkers die zijn betrokken bij de medezeggenschap genieten bescherming tegen ontslag, behalve bij ontslag op staande voet, schriftelijke instemming of bedrijfsbeëindiging. Bij strijd met het verbod kan vernietiging of billijke vergoeding worden geëist. Lidmaatschap van vakbonden biedt specifieke bescherming tegen ontslag wegens vakbondsactiviteiten.

 

Op welke wijze is de medewerker betrokken bij de medezeggenschap?

Voor welke periode en op welke wijze de medewerker is betrokken bij de medezeggenschap kan verschillen, wat gevolgen heeft voor de werking en vorm van het opzeggingsverbod. Daarbij geldt het volgende onderscheid:

A. Huidige en directe betrokkenheid bij de medezeggenschap

Hieronder vallen medewerkers die (plaatsvervangend) lid zijn van de (groeps-, centrale, Europese) ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging (pv), dan wel lid zijn van een vaste- of onderdeelcommissie, of een medewerker die secretaris van de ondernemingsraad of pv is, alsmede om een medewerker die behoort tot een bijzondere onderhandelingsgroep of krachtens de Wet op de Europese ondernemingsraden optreed als vertegenwoordiger (art 7:670-4 BW).

De arbeidsovereenkomst met deze medewerkers mag niet opgezegd worden, tenzij

  • De medewerker schriftelijk met de beëindiging instemt (er is geen opzegging als er een beëindigingsovereenkomst wordt gesloten) (3.2.).
  • Er sprake is van ontslag op staande voet (3.3.2.).
  • Er sprake is van een beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of een deel van de onderneming waarin de medewerker werkzaam is (art 7:670a lid 2 BW) en ontslag logischerwijze is gegrond op bedrijfseconomische gronden.
  • In geval van een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter en de ontslagreden geen verband houdt met de reden waarvoor de opzegverboden gelden of ontbinding in het belang van de werknemer is (art 7:671b BW). Dit geldt (dus) niet voor de bedrijfseconomische gronden.

Verder is nog (voor anderen) van belang dat een ontslagvergunning door het UWV Werkbedrijf wordt geweigerd, indien er een verband bestaat tussen het voorgenomen ontslag en het werk van de medewerker voor het oprichten van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging (3.4.3.B.).

Nadere info voor specialisten

B. Gewezen of indirecte betrokkenheid bij de medezeggenschap

Het gaat hier om medewerkers die in de laatste twee jaar behoorden tot een raad, commissie of vertegenwoordiging zoals bij A genoemd of die nu op een kandidatenlijst staan van de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of vaste of onderdeelcommissie, dan wel medewerkers die nu lid zijn van een voorbereidingscommissie (art 7:670 lid 10 BW). Daarnaast om medewerkers die als deskundige werken in de zin van de Arbowet (art 14-2 AW).

Het opzegverbod geldt niet in geval van ontslag op staande voet (3.3.2.) of wanneer de medewerker schriftelijke instemt met de opzegging of met het sluiten van een beëindigingsovereenkomst (3.2.). De toestemming is evenmin nodig als de werkzaamheden van de onderneming of ondernemingsonderdeel stoppen en het gaat om een ontslag wegens bedrijfseconomische gronden (art 7:670a lid 2 BW).

In plaats van opzegging kan er wel een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter ingediend worden (3.5.). Bij dat ontbindingsverzoek mag de ontslagreden geen verband houden met de reden waarvoor de opzegverboden gelden of het verzoek moet ingediend worden wanneer ontbinding in het belang van de werknemer is (art 7:671b BW). Daar de uitzondering voor de kantonrechter geldt, zal het verzoek niet zien op bedrijfseconomische gronden (3.5.).

Verder is nog (voor anderen) van belang dat een ontslagvergunning door het UWV Werkbedrijf wordt geweigerd, als er verband bestaat tussen het voorgenomen ontslag en het werk van de medewerker voor het oprichten van een ondernemingsraad of pv (3.4.3.B.).

C. Via de vakbond betrokken bij de medezeggenschap

Dit ziet op medewerkers die lid zijn van de vakbond en (of) die actief zijn voor die bond.

Het is een medewerker niet toegestaan om tijdens zijn werktijd zonder toestemming van de werkgever actief te zijn voor een vakbond. Buiten werktijd mag hij wel vakbondswerk doen, doorgaans ook binnen de onderneming, zo lang hij de gang van zaken maar niet onredelijk verstoort. Houdt een medewerker zich hier aan, dan mag de medewerker niet ontslagen worden om reden van de lidmaatschap of het verrichten van vakbondsactiviteiten. Anders dan bij A en B gaat het hier dus niet om een algemeen opzeggingsverbod, maar om een opzeggingsverbod voor de opzegging om reden van lidmaatschap van de bond of activiteit voor de vakbond (art 7:670-5 BW).

 

Heb je een vraag of een probleem?

Het helpt om even van gedachten te wisselen! 

Door van gedachten te wisselen krijg je meer inzicht en gevoel voor het probleem. Je begrijpt ook beter wat er mogelijk is.

Je belt ons, we bespreken de situatie en je krijgt advies.
Daar laten we het eerst bij!

Als het verder nodig is dan kun je op ons rekenen. We kunnen je verder ondersteunen, voor je bemiddelen of voor je procederen. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Eerst even vrijblijvend en dus kosteloos contact. 

Wij zijn de mensen van arbeidsrechter.nl
arbeidsrechtkantoor
AN-i

Heb je een vraag
of een probleem? 

Het helpt om even van gedachten te wisselen

Door van gedachten te wisselen krijg je meer inzicht en gevoel voor het probleem. Je begrijpt ook beter wat er mogelijk is.

Je belt ons, we bespreken de situatie en je krijgt advies.
Daar laten we het eerst bij!

Als het verder nodig is dan kun je op ons rekenen. We kunnen je verder ondersteunen, voor je bemiddelen of voor je procederen. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Eerst even vrijblijvend en dus kosteloos contact.  

Wij zijn de mensen van arbeidsrechter.nl
arbeidsrechtkantoor
AN-i

Strijd met de opzeggingsverboden

Een medewerker kan binnen twee maanden bij de kantonrechter om de vernietiging van de opzegging verzoeken, wanneer deze in strijd is met een opzegverbod (art 7:681 BW). Dan wordt de opzegging geacht niet te hebben plaatsgevonden. Daarbij zal de werknemer om loon en tewerkstelling vragen. In plaats van vernietiging kan de werknemer ook om een billijke vergoeding vragen, hoewel de werknemer dan wel moet aantonen dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. In hoofdstuk 3.4.3.4.B wordt er nader ingegaan op de gevolgen van het niet in acht nemen van de opzeggingsverboden (3.4.4.C.).

Nadere info voor specialisten

Specialist

mr Ulli Hoogland

Bij Arbeidsrechter.nl zijn er meerdere specialisten die u kunnen bijstaan. Over dit onderwerp kunt u in het bijzonder worden bijgestaan door de heer mr. U. Hoogland. Hij is namelijk degene die over dit onderwerp de NOVA-erkende Masterclass geeft aan advocaten.

Heeft u een geschil en wilt u dat bespreken met de heer Hoogland?
Bel dan 08877-08855 (het eerste advies is geheel gratis en vrijblijvend).

Verder zoeken

Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:

3.0. De verschillende redenen voor ontslag

3.1. Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege

3.2. Arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden

3.3. Opzegging arbeidsovereenkomst zonder toestemming UWV (proeftijd / ontslag op staande voet / pensioen / faillissement / opzegging door werknemer)

3.4. Opzeggen arbeidsovereenkomst met een vergunning van UWV-werkbedrijf (bedrijfseconomisch / langdurig ziekte)

3.5. Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter (overige gronden)

3.6. Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst en overlijden

3.7. Werkloosheid

3.8. Sociaal-plan en outplacement

Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.