De WW-uitkering eindigt bij werkhervatting, het bereiken van de maximale uitkeringsduur, ongeschiktheid voor de arbeidsmarkt, detentie, illegaal verblijf, andere uitkering of bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Gedeeltelijke werkhervatting kan leiden tot vermindering of stopzetting van de uitkering.
De volgende situaties hebben tot gevolg dat de WW-uitkering op grond van de Werkloosheidwet eindigt:
De betrokkene gaat weer aan het werk.Als er een baan wordt gevonden waar de betrokkene minder uren werkt, dan waarvoor hij/zij een uitkering kreeg, dan is er sprake van gedeeltelijke werkloosheid. In dit geval wordt de uitkering gedeeltelijk beëindigd. De WW-uitkering wordt, gedurende de termijn dat de uitkering nog loopt, evenredig (gekeken naar de uren die gewerkt worden) verminderd. In het geval dat het verschil in uren minder dan vijf bedraagt, wordt de betrokkene niet langer als werkloos aangemerkt. De uitkering stopt in dat geval helemaal.
Wanneer de maximale termijn voor de duur van de uitkering is verstreken. Het is dan wellicht mogelijk, in geval van aanhoudende werkloosheid, om een uitkering op grond van de wet Werk en Bijstand aan te vragen.
Als niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden om voor een WW-uitkering in aanmerking te komen. Voor het recht op WW moet een werknemer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Hij mag geen verplichtingen hebben die hem belemmeren om passende arbeid te aanvaarden.
Wanneer de werknemer uitgesloten is voor een ww-uitkering. Dit is in de gevallen dat de werknemer gedetineerd is, in het buitenland gaat wonen of als blijkt dat werknemer illegaal in Nederland verblijft.
De werknemer (tijdelijk) een andere uitkering krijgt die voor evenveel uren geldt als zijn WW-uitkering. Het gaat bijvoorbeeld om een Ziektewet-uitkering of een uitkering bij arbeidsongeschiktheid.
Als de leeftijd van 65 jaar is bereikt. In de maand dat de leeftijd van 65 wordt bereikt ontstaat het recht op AOW.