3.7.4. Speciale regeling en WW-uitkering

WW-uitkering stopt bij overlijden en kan samenlopen met gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Bij werkloosheid stopt vaak pensioenopbouw; vrijwillige voortzetting vereist betaling van volledige premie. 

 

Er kunnen bijzondere situaties of regelingen gelden die samenhangen met het recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet.

Een WW-uitkering naast een arbeidsongeschiktheidsuitkering?

Of een werknemer, die een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft, ook een WW-uitkering kan krijgen is afhankelijk van de mate waarin de werknemer arbeidsongeschikt is en welke uitkering hij daarvoor ontvangt.

Op grond van de WIA krijgt een werknemer die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is geworden in of na 2006, een WGA-uitkering krijgt die het loon in principe aanvult. Er is dan geen aanspraak mogelijk op een WW-uitkering. Wanneer het loon echter wegvalt, is het mogelijk voor dit deel een WW-uitkering aan te vragen. Als de betrokkene recht heeft op een IVA-uitkering, omdat hij op grond van de WIA volledig arbeidsongeschikt is, dan heeft de werknemer meestal geen recht op een WW-uitkering.

Wanneer er recht bestaat op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), derhalve vóór 2006, dan bestaat er géén recht op een WW-uitkering. Dit kan alleen in het geval wanneer er na een herbeoordeling verklaard wordt, dat de betrokkene weer gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, maar er nog geen passend werk is gevonden. In deze situatie hoeft er niet voldaan te worden aan de, hiervoor reeds besproken, jareneis van de WW.

Ziekte en WW

In geval van ziekte moet hier een melding van gemaakt worden bij het UWV. Dit dient te gebeuren op de eerste ziektedag. Als de periode van ziekte minder dan dertien weken duurt, dan loopt de WW-uitkering door. Als de periode van dertien weken wordt overschreden, wordt de uitkering na 13 weken een uitkering op grond van de Ziektewet. Van belang is dat tijdens ziekte de sollicitatieplicht wel gewoon doorloopt. Er dient naar vermogen te worden gesolliciteerd (en zo nodig een opleiding gevolgd te worden).

WW-uitkering bij overlijden

Wanneer de uitkeringsgerechtigde komt te overlijden, dan stopt de WW-uitkering. De nabestaanden kunnen een overlijdensuitkering aanvragen, deze uitkering is gelijk aan één bruto maand WW-uitkering, het opgebouwde vakantiegeld wordt door het UWV ook meteen berekend en vervolgens uitgekeerd.

WW-uitkering en pensioen

Een werknemer verliest wanneer hij werkloos wordt niet alleen zijn werk, maar ook een deel van zijn inkomen. Ook de opbouw van pensioen kan stoppen. Hierdoor kan het pensioen dat de werknemer later naast uw AOW ontvangt lager uitvallen dan verwacht.

Er kan afgesproken worden dat de werknemer onder voorwaarden de mogelijkheid heeft om zijn pensioen vrijwillig voort te zetten. De werknemer dient dan de volledige pensioenpremie, het werkgevers en het werknemersgedeelte, te betalen.

 

Verder zoeken

Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:

3.1. Einde met wederzijds goedvinden en de vaststellingsovereenkomst

3.2. Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege

3.3. Ontbinding dienstverband door kantonrechter

3.4. Opzeggen arbeidscontract door werkgever of werknemer, waaronder ontslag tijdens de proeftijd, ontslag op staande voet, opzegging met toestemming UVW, collectief ontslag en opzeggen tijdens faillissement

3.5. Ontbindende voorwaarde

3.6. Overlijden medewerker

3.7. Werkloosheid en WW-uitkering

3.8. Sociaalplan en outplacement

Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.