Titel
Korte inleiding
Regeling tot 1 juli 2015 Ga naar de regeling na 1 juli 2015
De arbeidsovereenkomst eindigt door:
Beëindiging met wederzijds goedvinden (3.1.)
Het gaat hier om het einde van het arbeidscontract, terwijl zowel de medewerker als de werkgever daarmee instemmen. Bijvoorbeeld nadat één van hen de overeenkomst heeft opgezegd of nadat ze beide gezamenlijk de overeenkomst beëindigen.
Einde van rechtswege van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (3.2.)
Dit hoofdstuk gaat in op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of meerdere opvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en hoe zij eindigen. Het is bijvoorbeeld de vraag of een tweede of derde arbeidsovereenkomst van bijvoorbeeld 1 jaar, ook gewoon eindigt door het verstrijken van dat jaar.
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst doordat de werkgever of medewerker dit bij de kantonrechter heeft verzocht (3.3.)
Opzegging (3.4.)
Een geldige ontbindende voorwaarde doet zich voor en beëindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege (3.5.)
Bij uitzondering staat er in de arbeidsovereenkomst een beding, dat met zich meebrengt dat het vervullen van een aangegeven voorwaarde de arbeidsovereenkomst ontbindt.
Overlijden van de werknemer (werkgever) (3.6.)
Het einde van de arbeidsovereenkomst kan voor de medewerker betekenen dat hij met pensioen (4.3.) of de VUT (4.4.) gaat, dan wel dat hij voor zich zelf begint, bij een andere werkgever aanvangt of andere plannen heeft.
Het kan natuurlijk ook betekenen dat de medewerker werkloos wordt en aanspraak op een uitkering wil maken. Daarbij moet hij wel aan bepaalde voorwaarden voldoen, waarbij het zeer belangrijk is dat hij niet verwijtbaar werkloos wordt (3.7.). Voor het einde van de arbeidsovereenkomst is mogelijk een sociaalplan ontwikkeld, eventueel inclusief outplacementregeling (3.8.).
Als de arbeidsovereenkomst eindigt, dan spelen onderwerpen als een getuigschrift (7.), het afscheidsgesprek, de eindafrekening, fiscale behandeling schadevergoeding, etc. (4.5.5.). De eindafrekening omvat naast het loon ook het uitbetalen van de resterende vakantierechten (4.2.3.) en mogelijk het affinancieren van de pensioenaanspraak (4.3.). Bijzonder is de situatie waarbij er rond het einde van de arbeidsovereenkomst nog een pensioentoezegging wordt gedaan (4.3.6.).
Het arbeidscontract kan bepalen dat een medewerker die zelf vertrekt, aan de werkgever een vergoeding verschuldigd is ter dekking van kosten die de werkgever maakte. Het gaat om kosten die de werkgever aan een derde heeft betaald, welke voornamelijk in het belang van de medewerker waren (gezien zijn vroege vertrek). Denk aan de afkoop van het leasecontract van een auto waarin de medewerker reed, of aan een bijdrage in de kosten van een opleiding die de medewerker heeft genoten (6.3.7.1.).