Titel
Korte inleiding
Inhoudsopgave 3.4.
Is de arbeidsovereenkomst wel geëindigd?
Niet altijd is het duidelijk of de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet. Dat kan de vraag zijn daar mogelijk bepaalde dwingende voorschriften niet in acht zijn genomen. Zo kan een ontslag op staande voet vernietigd worden, wanneer deze niet onverwijld is gegeven of indien er geen dringende reden is (3.4.2). Ook wanneer een proeftijd niet geldig is, kan de medewerker de opzegging tijdens de proeftijd aantasten (3.4.1.). Daarnaast kan er onzekerheid bestaan of de beëindiging wel met wederzijds goedvinden heeft plaatsgevonden (3.1.) en of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wel van rechtswege is geëindigd (3.2.).
Indien de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd
Arbeidsovereenkomst die niet zijn geëindigd brengen nog steeds rechten en verplichtingen met zich mee. Daardoor kan de medewerker loon en tewerkstelling vorderen, nadat hij de opzegging heeft vernietigd (3.4.3.4.A.).
Vergunning voor zover vereist
Een werkgever kan een ontslagvergunning aanvragen voor zover vereist, dat wil zeggen voor het geval later blijkt dat het arbeidscontract toch niet is geëindigd. De districtsmanager beoordeelt niet of de arbeidsovereenkomst reeds is geëindigd. Hij beoordeelt of de redenen dusdanig zijn dat hij de vergunning moet verlenen (voor zover vereist). De werkgever moet dan wel redenen geven op grond waarvan hij de vergunning kan verkrijgen (3.4.3.4.A.). Is de medewerker op staande voet ontslagen, dan zullen er meestal gronden zijn die de vergunning kunnen dragen. In de overige gevallen zijn daar mogelijk geen termen voor te vinden, waardoor het aanvragen van de vergunning weinig zinvol is. Ook voor ontbinding voor zover vereist dienen gewichtige redenen te bestaan. Het voordeel van ontbinding is dat dit vaak sneller plaatsvindt en vaak ook eerder wordt toegewezen. De medewerker komt mogelijk wel voor een schadevergoeding in aanmerking, als ontbinding plaatsvindt doordat later blijkt dat de arbeidsovereenkomst nog niet was geëindigd (3.3.).
Na het verkrijgen van de vergunning
Een werkgever die de vergunning voor zover vereist krijgt, moet alsnog de arbeidsovereenkomst opzeggen tegen een bepaalde dag waarbij de opzeggingstermijn nageleefd wordt (3.4.3.). De werkgever geeft dan op het moment dat de vergunning is verkregen aan de medewerker te kennen dat hij vindt dat de arbeidsovereenkomst reeds is geëindigd op een bepaalde datum. Ook de reden waarom dat is gebeurd geeft hij aan. De arbeidsovereenkomst wordt echter voor alle zekerheid opgezegd tegen een bepaalde datum, voor het geval later blijkt dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd.
Mocht later vast komen te staan dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd, dan is de arbeidsovereenkomst wel geëindigd door de latere opzegging. Dit vond plaats op de dag waartegen opgezegd mag worden na het verkrijgen van de vergunning. Een loonvordering van de medewerker kan de rechter alleen tot aan deze dag toewijzen. Na deze dag kan de rechter bovendien geen vordering tot tewerkstelling meer toewijzen.
Naar de handleiding over de opzegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (3.4.3.) of bepaalde tijd (3.4.4.)
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:
3.1. Einde met wederzijds goedvinden en de vaststellingsovereenkomst
3.2. Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege
3.3. Ontbinding dienstverband door kantonrechter
3.7. Werkloosheid en WW-uitkering
3.8. Sociaalplan en outplacement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.