Titel

Korte inleiding

  • optie 1
  • optie 2

Inhoudsopgave 3.1.

Arbeidsovereenkomst is niet geëindigd

Het is heel goed mogelijk dat er geen beëindiging met wederzijds goedvinden heeft plaatsgevonden. Dat kan zich voordoen, wanneer er geen instemming met ontslag is, dan wel indien er geen opzegging of beëindigingsovereenkomst is.

Vanaf 1 juli 2015 kan een werknemer bovendien binnen twee weken terugkomen op een beeindigingsovereenkomst of instemming met het einde van het dienstverband. De medewerker moet dan binnen 14 dagen de werkgever schriftelijk laten weten dat deze de overeenkomst ontbind of de instemming herroept (art 7:670b lid 2 en 7:671 lid 2 BW). De termijn is drie weken als de werkgever de werknemer niet op deze mogelijkheid tot ontbinding of herroeping heeft gewezen (art 7:670b lid 3 en 7:671 lid 3 BW).

Nadere info voor specialisten

Wel een opzegging, echter geen instemming met de opzegging

Een werkgever die een arbeidscontract opzegt zonder dat de medewerker hiermee instemt, loopt de volgende risico’s. Beschikt hij niet over een vergunning van het UWV Werkbedrijf, dan kan de medewerker de nietigheid van de opzegging inroepen binnen zes maanden (3.4.3.4.A.). Heeft hij de opzeggingsverboden overtreden, dan kan de medewerker ook op deze grond de opzegging vernietigen binnen 2 maanden (3.4.3.4.B.). Na het inroepen van de nietigheid of vernietigen van de opzegging kan de medewerker loon en tewerkstelling vorderen. Om strijd met de opzeggingsverboden te voorkomen dient de werkgever te beschikken over een schriftelijke verklaring waarmee de werknemer instemt met de opzegging (art 7:670b BW).

In plaats van het inroepen van de vernietiging kan de medewerker schadevergoeding eisen, als de opzegging onregelmatig (3.4.3.4.C.) of kennelijk onredelijk (3.4.3.4.D.) is. Bij voorgaande moet bedacht worden dat hoofdstuk 3.4.3. van toepassing is op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (3.4.3.) en hoofdstuk 3.4.4. geldt voor een contract voor bepaalde tijd (3.4.4.).

Geen beëindigingsovereenkomst en ook geen opzegging

Een arbeidscontract dat niet is opgezegd en ook niet is beëindigd door een overeenkomst, is nog steeds van kracht. De werkgever kan van de werknemer vorderen dat hij de arbeid verricht, terwijl de medewerker loon en tewerkstelling kan vorderen. Is de arbeidsovereenkomst geëindigd doordat de duur is verstreken waarvoor zij is aangegaan (3.2.), dan kan er geen tewerkstelling meer gevorderd worden. De medewerker kan dan wel loon eisen over de periode tot aan de beëindiging.

Gratis specialistisch advies

Nadere info voor specialisten

Verder zoeken

Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:

3.1. Einde met wederzijds goedvinden en de vaststellingsovereenkomst

3.2. Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege

3.3. Ontbinding dienstverband door kantonrechter

3.4. Opzeggen arbeidscontract door werkgever of werknemer, waaronder ontslag tijdens de proeftijd, ontslag op staande voet, opzegging met toestemming UVW, collectief ontslag en opzeggen tijdens faillissement

3.5. Ontbindende voorwaarde

3.6. Overlijden medewerker

3.7. Werkloosheid en WW-uitkering

3.8. Sociaalplan en outplacement

Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.