4.5.4.5. (Wet) tegemoetkoming loon(-domein)

Werkgevers ontvangen compensatie via LKV (voor ouderen/arbeidsgehandicapten), LIV (lage inkomens) en jeugd-LIV (minimumjeugdloon). LKV vereist een aanvraag; LIV en jeugd-LIV worden automatisch berekend door UWV. Vergoedingen variëren afhankelijk van uurloon, uren, en leeftijd. Betaling volgt op definitieve berekening door belastingdienst.

 

Bij de afschaffing van de premiekortingen zijn er drie verschillende tegemoetkomingen voor werkgevers ingevoerd op grond van de Wet Tegemoetkomingen Loondomein (Wtl). Door rechtstreeks aan de werkgever een compensatie te betalen, wordt het voordeliger om werknemers uit drie verschillende doelgroepen aan te nemen. Het gaat om medewerkers die een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt innemen:

– oudere en/of arbeidsgehandicapte werknemers (LKV);
– werknemers met een laag inkomen (LIV) en
– jeugdige werknemers met een laag inkomen (jeugd-LIV).

De tegemoetkoming voor oudere en/of arbeidsgehandicapten wordt aangevraagd. De tegemoetkoming laag inkomen hoeft normaal niet aangevraagd te worden, aangezien het UWV de werkgever hierover informeert en daarbij een specificatie verstrekt over hoe zij deze tegemoetkomingen heeft berekend. De werkgever kan dit nagaan en daarop reageren. Vervolgens zal de belastingdienst met een definitieve toekenning komen, waarna de toekenning rechtstreeks aan de werkgever wordt overgemaakt.

Tegemoetkoming voor oudere en/of arbeidsgehandicapte werknemers (LKV)

Deze jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers bij het in dienst nemen van de volgende werknemers ziet op:
– oudere werknemers (56 jaar en ouder);-
– werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering;
– werknemers met een arbeidsbeperking.

De tegemoetkoming (LKV) kan ook verkregen worden als werkgevers werknemers die al in dienst zijn herplaatsen in een nieuwe of aangepaste functie als deze werknemers arbeidsongeschikt zijn geworden en een arbeidshandicap hebben.

Om voor tegemoetkoming in aanmerking te komen, moet er een doelgroepverklaring verkregen worden. De werknemer kan deze aanvragen bij het UWV en het UWV verstrekt vervolgens een kopie aan de werkgever. De aanvraag van de verklaring moet binnen 3 maanden na het in dienst treden plaatsvinden. De werknemer vult het digitale formulier Aanvragen doelgroepverklaring LKV in. De werknemer kan niet verplicht worden om deze verklaring aan te vragen, ook al betekent dit dat de werkgever niet voor de tegemoetkoming (LKV) in aanmerking komt. Het UWV beslist binnen 13 weken op de aanvraag van de verklaring, waarna de werkgever in de loonaangifte de indicatie voor de premiekortingen LKV op ‘ja’ kan zetten. Dat herhaalt de werkgever bij iedere volgende aangifte loonheffingen over het jaar. De tegemoetkoming wordt in het opvolgende jaar betaald, waarover het UWV op voorhand een specificatie stuurt.

De hoogte van de tegemoetkoming is € 3,05 per uur en maximaal € 6000,- per jaar (2019).

Tegemoetkoming voor lage inkomens (LIV)

Het lage inkomensvoordeel (LIV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers met een laag loon in dienst hebben. Het geldt voor de volgende werknemer die is verzekerd voor de werknemersverzekeringen en:
– een gemiddeld uurloon heeft tussen € 9,82 en € 12,29 in 2018 en/of een gemiddeld uurloon tussen € 10,05 en € 12,58 in 2019;
– minimaal 1.248 aan uren betaald heeft gekregen in het kalenderjaar;
– nog niet voor een AOW-uitkering in aanmerking komt.

De tegemoetkoming geldt voor medewerkers die aanspraak op een dergelijk uurloon en omvang aan uren hebben. Het gaat daarmee om een toegekende vergoeding per werknemer. Dit wordt uitgerekend per verloond uur. In 2019 gaat het voor werknemers die tussen de € 10,05 en € 11,07 verdienen om een tegemoetkoming van € 1,01 per uur met een maximum van € 2.000 per werknemer. Het gaat voor werknemers die tussen de € 11,08 en € 12,58 verdienen om een tegemoetkoming van € 0,51 per uur, met een maximum van € 1.000 per werknemer.

Anders dan de tegemoetkoming voor ouderen/gehandicapten hoeft deze tegemoetkoming niet aangevraagd te worden. Het wordt door het UWV bepaald aan de hand van de aangifte loonbelasting, waarover de werkgever gespecificeerd wordt geinformeerd. Daarop volgt een definitieve berekening van de belastingdienst en betaling van de tegemoetkoming aan de werkgever.

Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV)

De tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die in de laatste jaren een verhoging van het minimumjeugdloon hebben gekregen. Het minimumjeugdloon gold namelijk eerst tot 23 jaar en is naar een lagere leeftijd is teruggebracht en waarbij ook de percentages zijn verhoogd 4.1.6..

Het geldt dus voor werknemers die op 31 december 2017 in de leeftijdscategorie 18 t/m 21 jaar zitten, over wiens loon premies werknemersverzekeringen worden ingehouden en die het minimunjeugdloon ontvangen. Zij hebben door de aanpassing van het minimumloon een hoger loon ontvangen. Voor het jaar 2018 geldt het voor werknemers van 18 jaar die tussen de € 4,69 en € 6,04 aan loon ontvangen, voor 19 jaar tussen € 5,43 en € 7,69, voor 20 jaar tussen € 6,91 en € 9,34 en voor 21 jaar tussen € 8,40 en € 9,82.

De tegemoetkoming is voor 18 jaar € 0,23 per uur (max € 478,40 per jaar), 19 jaar € 0,28 per uur (max € 582,40), 20 jaar € 1,02 per uur (max € 2.121,60) en voor 21 jaar € 1,58 per uur (max € 3.286,40). Er geldt hiervoor dus niet een ondergrens van uren, zoals bij de tegemoetkoming lage inkomen wel geldt.

Anders dan de tegemoetkoming voor ouderen/gehandicapten hoeft deze tegemoetkoming niet aangevraagd te worden. Het wordt door het UWV bepaald aan de hand van de aangifte loonbelasting, waarover de werkgever gespecificeerd wordt geinformeerd. Daarop volgt een definitieve berekening van de belastingdienst en betaling van de tegemoetkoming aan de werkgever.

Verder zoeken

Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:

4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)

4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)

4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)

4.4  VUT-regeling

4.5. Afdracht van loonbelasting en premies

Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.